Overslaan en naar de inhoud gaan

Wacht de nacht nog op de wacht

Het gebod

Omdat voorafgaande ordonnantie op de nachtwacht niet of slecht onderhouden wordt, hernieuwt het stadsbestuur – na advies van de kolonels en kapiteins van de burgerwacht – deze ordonnantie met vooral aandacht voor de rondhuizen of wachthuizen.

De transcriptie

Gheboden ende vuytgheroepen by
Iasparen (Jaspar) van Conincxloo Onderschouteth, Bor-
gemeesteren, Schepenen, ende Raedt der
Stadt van Antvverpen, op den xv.
Decemb[e]r. 1584

Alsoomen bevindt dat niet tegenstaende diversche Ordonnantien ghemaeckt ende ghepubliceert opt besetten vande Ronde-Wachten deser stadt / deselve niet alleenlijcken qualijck (slecht/ nauwelijks) onderhouden / maer directelijck ghecontrariteert (tegengesteld) worden / waer inne overmidts de ghelegentheyt des tijts ende teghenwoordigen staet vanden saecken hooch noodelijck dient versien / om te prevenieren (voorkomen) de aenslaghen ende inconvenienten die daer deur gepractiseert souden moghen worden ende gherijsen: SOO EEST dat mijne Heeren Borgermeesteren ende Schepenen deser stadt / hier op eerst ghehadt het advijs (advies) vanden Collonellen ende Capiteynen der selver / gheordonneert hebben ende bevolen / ordonneren ende bevelen midts desen / de pointen (punten) ende articulen hier naer volghende.

Inden eersten / dat voortaene ten besetten vande voorsz. Ronde-Wachten / gheluydt sal worden de clocke van thienen een half ure lanck oft daer omtrent / dienende tot advertentie (verwittiging) van eenen yegelijcken / ende ten eynde voor d’aflaten der voorsz[eide] clocke / alle Capiteynen ghehouden sullen zijn hunne Rondt-huysen (wachthuizen / - huisjes) beset te hebben met behoorlijcke wachte / versien met den schilt wacht / ende de ketenen van hunnen quartieren op-ghetrocken ende ghesloten / op de pene van drye gulden.

Dat de voorsz Rondt wachten naer t’verlaten vande voorsz clocke / niemandt en sullen laten passeren sonder licht / op de pene van thien stuyvers / daer voore deen Ronde d’andere sal moghen calengieren (beslag op leggen).

Dat men oock niemanden naer de voorgenoemde clock verlatinghe en sal laeten passeren / tzy met licht oft sonder licht / met eenich lanck gheweer oft roer / wtghenomen mijnen Heeren den Marck-grave / Onder-schouteth met sijn Officieren / Borgermeesteren / Schepenen / Collonellen ende Dekens vander gulden de wacht hebbende / Capiteynen ende Sergeants maiors (sergeanten-majoor) oft Wacht meesters deser stadt / op ghelijcke pene.

Dat oock niemandt vande voornoemde Ronden en sal moghen vertrecken van ter uren daer toe ghestelt / te weten smorgens / naer dat de Poort-clocke verlaeten sal zijn / op de pene daer toe staende / ende inde voorgaende Ordonnantien vande wacht begrepen. Waer naer men van s’Heeren ende deser stadt weghen wel scherpelijck (streng) beveelt allen Capiteynen / Borgeren ende Inghesetenen der selver hun voortaen te voeghen ende te reguleeren / op de penen voorsz.

M. Zuerius

 

Het origineel

 

15 december 1584, Antwerpen, Christoffel Plantijn
A 1844/186, L 468 (43 kopies)

Museum Plantin-Moretus

Unesco werelderfgoed

Slogan icons

Meld je aan voor de nieuwsbrief